Cookievoorkeuren
InstellingenIk ga akkoord
Terug naar overzicht

13 nov 19

Tweede afdeling Klinische Kortdurende Behandeling (KKB) geopend

Een jaar na de start de Klinische Kortdurende Behandeling in de Van der Hoeven Kliniek – vaak afgekort tot KKB – is er in augustus 2019 een tweede afdeling voor deze behandeling geopend. De KKB richt zich op plegers van zedendelicten met een andere forensische zorgtitel dan tbs met dwangverpleging. Deze plegers kunnen bijvoorbeeld afkomstig zijn uit penitentiaire inrichtingen of komen vanuit huis omdat het volgen van een ambulante behandeling ontoereikend is gebleken. 

Sabine Noom, hoofd behandeling van de KKB-afdeling, legt uit: ‘De KKB is eigenlijk een vorm tussen tbs met dwangverpleging en een ambulante behandeling. Wij ontdekten dat er veel zedenplegers tussen wal en schip dreigde te vallen, omdat zo’n tussenvorm niet bestond. In de forensische setting is veel vraag naar specifieke behandelingen voor zedenplegers. Als ze bijvoorbeeld uit detentie komen, is de kans op terugval in seksueel grensoverschrijdend gedrag soms groot, omdat ze geen toereikende behandeling hebben gehad. Daarom hebben we ons ingespannen om een nieuwe behandeling op te zetten.’

Samen met collega’s van De Forensische Zorgspecialisten ontwikkelde Sabine Noom een behandelprogramma volgens de nieuwste inzichten. De verschillende behandelmodules zijn gericht op het bewerken van de belangrijkste dynamische risicofactoren, zoals vastgesteld met de STABLE-2007. Daarnaast gaat veel aandacht uit naar het zoveel mogelijk verstevigen van de gezonde kanten en de beschermende factoren van de zedenpleger, waar het multidisciplinaire behandelaanbod mooi aan bijdraagt.

‘We hebben op dit moment 15 patiënten; allemaal mannen tussen de 20 en 52 jaar,’ vertelt Noom. ‘Omdat we zo intensief en groepsgericht behandelen, zijn niet alle patiënten geschikt voor de KKB. Ik selecteer daarom kritisch bij opname en kijk of iemand behandelgeschikt is en in staat en bereid is om zich te conformeren aan de pijlers van de KKB-behandeling: of diegene bijvoorbeeld voldoende cognitieve en intellectuele capaciteiten heeft, goed in een groep kan functioneren en geen al te grote verslavingsproblemen heeft. Daarnaast dient iemand over een zekere behandelmotivatie en veranderbereidheid te beschikken: een behandeling mag en kan met ups en downs verlopen, maar in de basis wordt iemand geacht om zich actief in te zetten voor een positief en delictvrij leven. Wat ook belangrijk is: zijn de behandeldoelen haalbaar binnen de tijd die we hebben. Als iemand met een hoog recidiverisico een maatregel heeft die binnenkort afloopt, dan kunnen wij onvoldoende behandeling bieden.’

‘De behandeling die wij bieden, duurt volgens onze richtlijnen ongeveer tussen zes maanden en twee jaar en is helemaal afgestemd op de individuele problematiek van onze patiënten,’ vervolgt Noom. Ze hebben meestal een beperkte tijd, omdat hun titel op een bepaald moment afloopt. Onze grootste uitdaging is om binnen de tijd die wij hebben zo doelgericht en efficiënt mogelijk te werken. De nadruk ligt daarbij op veiligheid; de risico’s moeten steeds leidend zijn.’